REGELS INSTRUCTEURS
- Instructeur moet gediplomeerd zijn.
- Leswisselingen moeten op een ordelijke en veilige manier plaatsvinden.
- De ruiter dient tijdens de leswisseling naast het paard te lopen.
- Tijdens de wisseling mag er maximaal 1 begeleider per combinatie de rijbaan in.
- Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. De paarden dienen op voldoende afstand van elkaar te staan en met de hoofden in dezelfde richting.
- Onbevoegden mogen zich niet in de rijbaan begeven.
- Maximaal 12 ruiters per les.
- De instructeur moet de ruiters in de gaten houden of alle regels worden nageleefd.
- In de rijbaan mogen geen voorwerpen staan die de veiligheid nadelig beïnvloeden.
- Tijdens de springlessen mogen geen losse beugels aan de staanders hangen, tenzij de bomen erop liggen.
- Bij een breedtesprong moeten de middelste (triplebar) en achterste bomen ondersteund worden door FEI goedgekeurde veiligheidslepels.